Wat zijn Belastingen?
Belastingen zijn verplichte bijdragen die burgers en bedrijven betalen aan de overheid. Ze worden gebruikt om openbare goederen en diensten te financieren zoals onderwijs, zorg, wegen en defensie.
Soorten Belastingen
Er zijn verschillende soorten belastingen:
- Inkomstenbelasting: Belasting op je loon of winst
- Vermogensbelasting: Belasting op bezit of spaargeld
- Ondernemingsbelasting: Belasting op de winst van bedrijven
- Waardestaatbelasting: Belasting op onroerend goed (zoals huizen)
- Loonheffing: Belasting op loonkosten voor werkgevers
- Consumptiebelastingen: Zoals btw en accijnzen
- Directe belasting: Wordt rechtstreeks van inkomen afgetrokken
- Indirecte belasting: Ingebouwd in prijzen (bijv. btw)
- Belasting: Verplichte bijdrage aan de overheid
- Brutoloon: Totale verdiensten vóór belasting
- Nettoloon: Inkomen na aftrek van belastingen en premies
- Belastbaar inkomen: Het deel van het inkomen dat wordt belast
- Belastingtarief: Percentage dat je moet betalen over je inkomen
- Progressieve belasting: Hoe meer je verdient, hoe hoger het tarief
- Proportionele belasting: Altijd hetzelfde percentage
- Differentiële belasting: Verschillende tarieven per brugklas
- Subsidie: Financiële steun van de overheid
- Premie: Verplichte bijdrage aan sociale verzekeringen
Effect van Belastingen op Economie
- Hoge belasting: Minder consumptie → minder groei
- Lage belasting: Meer geld beschikbaar → stimuleert bestedingen
- Progressiviteit: Rijken betalen relatief meer dan armen
- Subsidies: Helpen mensen/bedrijven die anders geen geld hadden
- Belastingontduiking: Illegaal vermijden van belastingbetaling
- Belastingvermindering: Wettelijke kortingen of vrijstellingen
Nettoloon
Nettoloon = Brutoloon − Belasting − Premies
Wat je daadwerkelijk op je rekening krijgt.
Voorbeeld:
Brutoloon: €3000
Belasting: €700
Premies: €300
€3000 − €700 − €300 = €2000 nettoloon
Belasting op producten
Btw = Prijs × Tarief
Laat zien hoeveel extra je betaalt via indirecte belasting.
Voorbeeld:
Productprijs: €100
Btw-tarief: 21%
€100 × 21% = €21 btw
Overheidsuitgaven vs Inkomsten
Begrotingstekort = Overheidsuitgaven − Overheidsinkomsten
Als de overheid meer uitgeeft dan ze binnenkrijgt.
- Belasting: Verplichte bijdrage aan de overheid
- Brutoloon: Inkomen vóór belasting en premies
- Nettoloon: Inkomen na belasting en premies
- Belastbaar inkomen: Welk deel van het inkomen belast wordt
- Belastingtarief: Percentage dat je betaalt over je inkomen
- Progressieve belasting: Hogere inkomensgroepen betalen meer
- Proportionele belasting: Iedereen betaalt hetzelfde percentage
- Subsidie: Financiële steun van de overheid
- Premie: Bijdrage aan sociale verzekeringen
- Inkomstenbelasting: Belasting op werknemer- of ondernemersinkomen
- Winstbelasting: Belasting op bedrijfswinst
- Btw: Belasting op consumptie
- Accijns: Belasting op luxe of schadelijke producten
- Box 1 / Box 2 / Box 3: Indeling van belasting op verschillende inkomenssoorten
- Staatsschuld: Totaal van jaren aan tekorten
- Fiscaal beleid: Beleid rond belastingen en overheidsuitgaven
- Tax compliance: Mate waarin mensen hun belasting correct betalen
- Sociale zekerheid: WW, WAO, WIA-uitkeringen
Oefenen per categorie
Kies wat je wil oefenen: theorie, formules of alles door elkaar.