Wat is Economische Groei?
Economische groei betekent dat een land **meer goederen en diensten produceert** dan eerder. Meestal wordt dit gemeten via het **BBP (Bruto Binnenlands Product)**.
Wat is Conjunctuur?
Conjunctuur verwijst naar **kortetermijn schommelingen** in de economie. Denk aan periodes van groei, piek, recessie en herstel.
- Groei: BBP stijgt
- Piek: Economie is maximaal bezet
- Recessie: Negatieve groei gedurende twee kwartalen
- Herstel: Economie begint weer te groeien na een terugval
- Economische groei: Toename van het BBP
- BBP: Totale waarde van geproduceerde goederen en diensten in een land
- Conjunctuur: Kortetermijn schommelingen in de economie
- Productiecapaciteit: Maximale hoeveelheid die een economie kan produceren
- Overheidsbeleid: Kan groei stimuleren of remmen
- Export: Werkt groeistimulerend als export toeneemt
- Import: Werkt groeidempend als binnenlandse productie afneemt
- Investeringen: Bedrijven investeren → werkgroei en technologische vooruitgang
- Consumptie: Meer besteding door huishoudens zorgt voor groei
Fasen van de Conjunctuur
- Groei: Werkgelegenheid stijgt, bedrijven investeren meer
- Piek: Geen extra groei meer mogelijk
- Recessie: Negatieve groei, werkloosheid neemt toe
- Herstel: Economie begint weer te groeien
Groei berekenen
% groei = (Nieuwe waarde − Oude waarde) ÷ Oude waarde × 100%
Berekent de procentuele verandering van het BBP of andere gegevens.
Voorbeeld:
BBP vorig jaar: €800 miljard
BBP dit jaar: €820 miljard
(820 − 800) ÷ 800 × 100% = 2.5% groei
Werkloosheid bij Recesie
Werkloosheid ↑ wanneer BBP ↓
Als de economie krimpt, hebben bedrijven minder mensen nodig.
Inkomensmultiplier
Δ Y = Δ C ÷ (1 − c)
Laat zien hoe extra consumptie leidt tot meer economische activiteit.
Voorbeeld:
Extra consumptie: €100 mln
Marginale consumptiequote: 0.8
€100 mln ÷ (1 − 0.8) = €500 mln extra BBP
- BBP (Bruto Binnenlands Product): Totale waarde van geproduceerde goederen/diensten in een land
- Economische groei: Verhoging van het BBP
- Recessie: Twee opeenvolgende kwartalen negatieve groei
- Conjunctuur: Kortetermijn schommeling in economische activiteit
- Productiecapaciteit: Hoeveel een economie maximaal kan maken
- Cyclische groei: Tijdelijke groei ten opzichte van trend
- Trendmatige groei: Gemiddelde groei op lange termijn
- Konjunctuurcyclus: Herhalende patronen van groei en krimp
- Arbeidsproductiviteit: Hoeveel producten je maakt per uur arbeid
- Investeringen: Uitgaven aan kapitaalgoederen
- Consumptie: Bestedingen van huishoudens
- Overheidsuitgaven: Wat de overheid uitgeeft aan onderwijs, zorg, etc.
- Netto-export: Export − Import
- Multipliereffect: Hoe één euro extra besteding meerdere euro's groei genereert
- Arbeidsmarkt: Waar werknemers en werkgevers elkaar ontmoeten
- Structuurproblemen: Langdurige tekortkomingen in de economie
Oefenen per categorie
Kies wat je wil oefenen: theorie, formules of alles door elkaar.